donderdag 30 mei 2013

29/5, naar Fort Erie (Canada, Ontario), 70 km.

Nog even iets over gisteravond.  We 'eten' in het aanbevolen VFW (Veterans of Foreign Wars); een soort clubgebouw van serieuze padvinders maar dan uitgegroeid tot een bar/eethuis met bridge mogelijkheden. Mooi he , zo'n tank voor de deur. Als het bij vertrek blijkt te plensen - we zijn te voet gekomen - worden we liefdevol door iemand van het vaste meubilair naar het motel gebracht.  Lief hè!
Vanochtend blijkt het droog te zijn. Dus de tent verder gedroogd en na een amper toereikend eigen ontbijt in een zalige zwoele warmte vertrokken. 
Met al die warmte vergeet ik bijna te memoreren dat we inmiddels zo noordelijk zitten dat hier stevig sneeuw kan blijven liggen. Vandaar de markeringen van ruim een meter lang bij de brandkranen, dan kun je die tenminste nog uitgraven. Hopelijk niet bevroren. 
Nog een paar sfeerprenten, voor een zoveelste spoorwegovergang over hetzelfde spoor, en een mooi opknapblik (voor Friso?).
Een kaartje voor de buurjongens kun je maar het best afgeven bij de rondrijdende postjuffrouw, de foto komt later, wellicht.
Van lieverlee rijden we Buffalo een beetje binnen, iets om weer even bij stil te staan. In de voorstad, Seneca ruikt en ziet  het naar ellende. Veel te veel autowerkplaatsjes, kappers en nagelshops en geen productiviteit van wat dan ook. Niet bedreigend maar de zijstraten bevallen me niet.
We passeren een paar kanjers van oude fabriekscomplexen met soms gedeeltelijk hergebruik. We vinden het UGRR highlight: het Nash House en de Mary B. Talbert marker keurig gesloten op het moment van ons bezoek (15:00). Zo niet echter enkele werknemers in zo'n naargeestig complex ernaast. 3 Mannen, uitkeringsgerechtigd en werkzaam bij de gemeentegarage aldaar. Ze vertellen me wat er in Buffalo is voorgevallen. Door de gedwongen afschaffing van apartheid vond segregatie plaats. Wie het kon betalen, verliet de stad en ging in een fraaie voorstad wonen. In de leegstand die overbleef vertoefden zij die mede door de teruglopende economie en verschuiving van werk naar China. De stad halveerde van 500.000 inwoners naar de helft!  Het merendeel van de 'werknemers' wordt door de staat betaald met vlijtig bijgedrukt bankpapier. Ongetwijfeld is dit nader te nuanceren maar het verhaal komt me bekend voor, helaas.
Warm gemaakt door de bewonderende woorden van de 3 voor onze trip gaan we via een puzzeltocht naar de Peacebridge om - lopend - het land te verlaten.
Een belevenis? Welnee! The States binnenkomen is ietwat spannend maar je mag er zonder enige tussenkomst via de draaideur die één kant op draait onpersoonlijk uit, er kan nog geen stempel af. Een foto maken mag echt niet, "NO ELECTRONICS HERE!" blaat zo'n geüniformeerd zwart schaap. Wat een kramp toch. We zien nog een keer achterom naar deze aardige mensen.
In Canada worden we beleefd welkom geheten, nu mét stempel. Verder niets.
De eerste kennismaking met het verkeer geeft te denken. Ik wordt door een aftandse slurpslee van de weg getoeterd. GO TO THE SITEWALK, krijst een van 2 Tokkies. Welkom dus. Ach, misschien hebben ze gelijk en moet je gewoon berijdbare fietspaden aanleggen (ipv. deze nageslachtbelemmerende honkybonkbetonplaatjes); kortom, maak zoiets als bij ons thuis. 
We betrekken een goed hotel, dat vooraf was geboekt, en vieren deze geslaagde episode van de trip.
Op naar de Falls, morgen...

1 opmerking:

  1. Dit noemt de jeugd nou 'vette pech' . Geluk bij een ongeluk dat het aan het einde van jullie toertocht is. Wat een afstand en mooie beelden met over het algemeen erg aardige mensen. Kan maar veilig terug tot ziens in Heeswijk.
    Frans

    BeantwoordenVerwijderen