donderdag 30 mei 2013

30/5, naar Niagara Falls, 29 km.

Uitgebreid ontbijt maar niet echt nodig om te fietsen. We rijden efficiënt terug naar de route langs de Niagara River. Het Lake Erie loopt daarmee over in het Lake Ontario, dus in noordelijke richting. Weer wat geleerd want mijn gevoel zei het omgekeerde.

Onderweg is goed te zien dat hier de Canadezen riant wonen.
In een museum/schoolgebouwtje laat Thea haar weeftalenten gelden.

Ook nog een klein slagveld uit 1812 waar de Amerikanen vochten met Engelsen, locale milities en natives. De Amerikanen wonnen weliswaar maar op den duur gaven ze dit gebied toch maar op. Tja, zo komen grenzen tot stand.
Onverwacht snel bereiken we de beroemde Niagara Falls. Lekker fris overigens die nevel en best welkom omdat het al tegen de 30º begint te lopen. We willen hier vanavond blijven en zouden graag onze kamer betrekken maar dat kan pas tegen 3-en.
Ook in de namiddag zijn de watervallen indrukwekkend maar niet overweldigend. Heel de wereld is vertegenwoordigd. Nu is het mooi rustig maar in de vakantietijd schijnt het hier een gekkenhuis te zijn. Alle outillage is er dan ook naar zoals torens, casino's en andere attracties. De kermiskleurtjes 's-avonds vallen wat tegen maar dat geeft niet want morgen gaan we weer lekker vroeg fietsen.  Later op de dag schijnt het weer 30º te worden in de middag....

29/5, naar Fort Erie (Canada, Ontario), 70 km.

Nog even iets over gisteravond.  We 'eten' in het aanbevolen VFW (Veterans of Foreign Wars); een soort clubgebouw van serieuze padvinders maar dan uitgegroeid tot een bar/eethuis met bridge mogelijkheden. Mooi he , zo'n tank voor de deur. Als het bij vertrek blijkt te plensen - we zijn te voet gekomen - worden we liefdevol door iemand van het vaste meubilair naar het motel gebracht.  Lief hè!
Vanochtend blijkt het droog te zijn. Dus de tent verder gedroogd en na een amper toereikend eigen ontbijt in een zalige zwoele warmte vertrokken. 
Met al die warmte vergeet ik bijna te memoreren dat we inmiddels zo noordelijk zitten dat hier stevig sneeuw kan blijven liggen. Vandaar de markeringen van ruim een meter lang bij de brandkranen, dan kun je die tenminste nog uitgraven. Hopelijk niet bevroren. 
Nog een paar sfeerprenten, voor een zoveelste spoorwegovergang over hetzelfde spoor, en een mooi opknapblik (voor Friso?).
Een kaartje voor de buurjongens kun je maar het best afgeven bij de rondrijdende postjuffrouw, de foto komt later, wellicht.
Van lieverlee rijden we Buffalo een beetje binnen, iets om weer even bij stil te staan. In de voorstad, Seneca ruikt en ziet  het naar ellende. Veel te veel autowerkplaatsjes, kappers en nagelshops en geen productiviteit van wat dan ook. Niet bedreigend maar de zijstraten bevallen me niet.
We passeren een paar kanjers van oude fabriekscomplexen met soms gedeeltelijk hergebruik. We vinden het UGRR highlight: het Nash House en de Mary B. Talbert marker keurig gesloten op het moment van ons bezoek (15:00). Zo niet echter enkele werknemers in zo'n naargeestig complex ernaast. 3 Mannen, uitkeringsgerechtigd en werkzaam bij de gemeentegarage aldaar. Ze vertellen me wat er in Buffalo is voorgevallen. Door de gedwongen afschaffing van apartheid vond segregatie plaats. Wie het kon betalen, verliet de stad en ging in een fraaie voorstad wonen. In de leegstand die overbleef vertoefden zij die mede door de teruglopende economie en verschuiving van werk naar China. De stad halveerde van 500.000 inwoners naar de helft!  Het merendeel van de 'werknemers' wordt door de staat betaald met vlijtig bijgedrukt bankpapier. Ongetwijfeld is dit nader te nuanceren maar het verhaal komt me bekend voor, helaas.
Warm gemaakt door de bewonderende woorden van de 3 voor onze trip gaan we via een puzzeltocht naar de Peacebridge om - lopend - het land te verlaten.
Een belevenis? Welnee! The States binnenkomen is ietwat spannend maar je mag er zonder enige tussenkomst via de draaideur die één kant op draait onpersoonlijk uit, er kan nog geen stempel af. Een foto maken mag echt niet, "NO ELECTRONICS HERE!" blaat zo'n geüniformeerd zwart schaap. Wat een kramp toch. We zien nog een keer achterom naar deze aardige mensen.
In Canada worden we beleefd welkom geheten, nu mét stempel. Verder niets.
De eerste kennismaking met het verkeer geeft te denken. Ik wordt door een aftandse slurpslee van de weg getoeterd. GO TO THE SITEWALK, krijst een van 2 Tokkies. Welkom dus. Ach, misschien hebben ze gelijk en moet je gewoon berijdbare fietspaden aanleggen (ipv. deze nageslachtbelemmerende honkybonkbetonplaatjes); kortom, maak zoiets als bij ons thuis. 
We betrekken een goed hotel, dat vooraf was geboekt, en vieren deze geslaagde episode van de trip.
Op naar de Falls, morgen...

dinsdag 28 mei 2013

28/5, naar Angola, 58 km.

Wakker worden met een natte tent en plasjes rondom. Zo hadden we ons Borre's verjaardag niet voorgesteld!
Het drupt en lekt maar toch gaan we op pad. Maar niet voordat we eerst degelijk hebben ontbeten in, lach niet, de wasruimte van de KOA Camping. 
Vreemd dat je onderweg bij regenachtig weer niets interessants meer ziet, zal wel aan mij liggen.
Opeens komt er een auto naast me rijden. "Ze loopt naast haar fiets!". Oeps, een lekke band! Gisteren hebben we de 3000 km gepasseerd, volgens de wetten van Murphy moet je dan onderhand maar eens een platte oplopen. Er zat een vlijmscherp 1 cm lang steentje in, dwars door de antie-leklaag; het was vast zo'n indianenpijlpuntje. Overigens ziet Thea d'r (voor) band er niet fraai uit, een heleboel barstjes in lengterichting en die zijn niet van deze reis alleen. 
Op een lunchplek bij een benzinestation een stel mede-pensionado's die op een soort gemotoriseerde riksja rondtoeren. Ook wel wat voor ons, later.
Er komt ons eindelijk een fietser tegemoet die iets soortgelijks doet maar dan echt. Eerst naar het zuiden en dan naar de westkust. Alles kan gekker!
Als het tegen halfvier nog steeds drupt en we een acceptabel motel tegenkomen zwichten we, al lag mijn reisdoel 25 km verderop. Thea doet lekker in een machine voor het eerst een flinke was, met droogapparaat na. Heerlijk.
Morgen wellicht de grens over en overmorgen de Niagarafalls bewonderen maar er is ook nog veel gedoe aangaande de Underground Railroad te zien onderweg, kortom niets is zeker...
Inmiddels plenst en dondert het lekker op het dak van Angola Motel.

Overzichtskaart Sectie 5

Vandaag aan de laatste sectie begonnen, nr. 5.
Eindpunt Owen Sound. Daarna nog terug naar Toronto om het vliegtuig naar Schiphol te nemen op 19 juni.

27/5, naar Barcelona, 68 km.

Vanochtend in alle eenvoud ons eigen müsli ontbijt. Heerlijk is dat. Internet moet even wachten want dit motelletje biedt waar voor zijn geld (en het is erg goedkoop).
Het plaatsje Erie floreert dank zij het gelijknamige meer en ademt dan ook een relaxte pretsfeer. 
Mijn familie heeft zich inmiddels ook hier een grocery geopend. Degelijk werk lijkt me.
Het is Memorialday, dat mogen we niet vergeten. Het wordt hier nadrukkelijk beleefd, nagenoeg iedereen heeft vrij en dat is in de States naar niet vaak zo.
Op de bank bij een heuse wijnproeverij eten we onze eigen lunch, nee geen wijn.
Verbazend hoeveel wijngaarden hier zijn, had ik niet vermoed.
Een van creekjes die we passeren barst van de vis, zalm waarschijnlijk. Het stroompje zelf is ook mooi al was het maar vanwege de gelaagde struktuur van de bodem hier. Ongetwijfeld keihard. 
Voorafgegaan door een steeds slechter wordend wegdek, rijden we ineens alweer een nieuwe State binnen: New York.
Natuurlijk verandert er weinig maar er zullen ongetwijfeld andere verschillen zijn dan het wegdek.
We hebben nu nogal tegen een windje in gefietst en strijken neer op een KOA camping. Dat is meestal een goed geoutilleerde familiecamping waarvan de families waarschijnlijk vertrekken want morgen is weer een werkdag. 
We nemen de gok dat het belendende wegverkeer vanavond wat luwt en de temperatuur niet te ver daalt.
Bij het aftasten tijdens de inschrijving van de mogelijkheden hier liet ik vallen dat een biertje eigenlijk wel lekker zou zijn, maar dat mogen ze niet verkopen. Een van de medewerkers, Janet, pikt dat op, smoest wat met Thea, en terwijl we de tent amper hebben opgezet, biedt ze me gratis 2 heerlijk koele blikken Budlight aan. Zeg daar maar eens Nee tegen.
Als ik met broer Abs een videocontact heb via Skype komt er een mobilehome aanrijden. Het live verslag daarvan is niet vastgelegd maar samen genieten we van het uitdijen van het apparaat tot een heuse woning. We mogen er zelfs in rondkijken. Heel uitzonderlijk, zo'n gelegenheid. 
Om Borre's verjaardag goed te vieren gaan we overheerlijk happen en zo. Dat lukt zowaar prima, met een wijntje van het lunchadres.
Vanavond maar eens oordopjes indoen want de highway 90 - of is het zelfs een interstate? - achter de camping overstemt Thea d'r gesnurk wel 10x...

maandag 27 mei 2013

26/5, naar Erie (Pa), 64 km

Op deze zondag willen we het rustig aan doen, maar niet alles loopt zoals je had gedacht.
We ontbijten bij De Mac, handig vanwege de goede internet verbinding maar behalve de koffie is er voor ons weinig heerlijks daar.
We hebben op Internet uitgezocht dat Hubbart House - een must vanwege de aandacht die er wordt besteed aan de Unthergroundrailroad en de Civil War- vandaag na de winterslaap om 13:00 uur opent, dus is er tijd genoeg voor andere zaken. Een daarvan is de fietskettingen smeren. Best nuttig na weer zo'n 1000 km.
We lopen tegen een gedenkbord aan waarop een walgelijk treinongeluk in 1876 wordt gememoreerd. Later meer daarover.
Op zoek naar koffie met wat lekkers volgt een liefdevolle ontvangst in Tony's Dog House. De man - roots in Italië - en zijn familie putten zich uit om het ons naar de zin te maken. Ze dragen ongevraagd een heerlijke besuikerde platte oliebol/pannenkoek aan die niet te machtig is. Knap werk, evenals de aardappelwokkels die volgen. Water, koffie, het kan niet op. "Oh ja, jullie hebben vast wel iets aan onze led-zaklichtjes". We vernemen allerhand van Anthony Romano. Bijvoorbeeld dat de stadsnaam 'Ashtabula' stamt van de Indianen en betekent 'River-Many-Fish'.
Ook het trieste relaas van het treinongeluk uit 1876 wordt met een heus gedenkboek gedocumenteerd. Het komt er op neer dat in een ongekende sneeuw- en stormjacht op een brug alhier een personentrein ontspoorde die door 2 locomotieven werd getrokken. Tegelijkertijd stortte de hele overspanning in. De machinist van de eerste loc hoorde een klap en zette in een reflex de stoomschuif geheel open. Hij haalde als enige de overkant en zag achter zich de rest in de diepte verdwijnen. Daar vlogen de houten rijtuigen samen met de kolen in brand en er was niemand die hulp kon bieden. De overlevende machinist heeft later zelfmoord begaan. Wellicht had ie het ongeluk wel veroorzaakt door zijn impulsieve handelen...
We treffen het historische Hubbart House gesloten, 'wegens verbouwing' staat er met een 'sorry' op de deur. Ik ga niet verklappen wat ik er met mijn rode viltstift bij heb geschreven. Verdraaid en teleurgesteld verlaten we dit plaatsje waar 'ijzer en kolen bij elkaar komen'. Het is te zien aan de fraaie bascule brug en verderop de giga kolengestookte centrales en een staal-/aluminiumfabriek. Indrukwekkend, maar het doet allemaal niet echt modern aan.
Met de wind in de rug rijden we over de overwegend vlakke weg alweer een volgende State binnen: Pennsylvania. 
Het land wordt van lieverlee anders gebruikt, serieuze wijnbouw en velden met kweekgoed voor in de tuin of oprijlaan. Ja, hier moet het wel lukken.
We hopen een logeeradres op onze route tegen te komen maar dat valt smerig tegen en in kamperen hebben we geen zin vanwege de kans op nachtvorst. Zo wordt het toch nog 64 km voordat het simpel-maar-voldoende Vernondale Motel opduikt. Ook het eten in de Deli geeft aanleiding om dat morgen maar eens wat degelijker te doen...

zondag 26 mei 2013

25/5, naar Ashtabula, 70 km.

Voor vertrek reserveren we in een motel verderop een kamer. Je weet maar nooit in het komende feestweekend.
Naast ons vertrekadres, het voortreffelijke Red Maple B&B, worden voorbereidingen getroffen voor festiviteiten. Maandag is het Memorialday, de dag waarop de gevallenen in alle oorlogen worden herdacht maar nu, zaterdag, worden eerst de veteranen in het zonnetje gezet, hun gevechtsvoertuigen opgesteld en in een rij kraampjes is de lokale huisvlijt uitgestald. Wat me meer boeit is het geluid van een stoomgedreven houtzagerijtje. Het is van de buurman, een Amish, en vandaag is het onder stoom gebracht en worden enkele boomstammen tot planken gezaagd. Prachtig hoe rustig dat gaat. Ik volsta met een foto maar heb nu al spijt dat we niet dichterbij zijn gaan staan.
Met wederom een koude ochtend en flink tegenwind kruipen we over de tamelijk vlakke wegen waar regelmatig mooie zwarte koetsjes passeren. Zie hier voor een kort filmpje daarvan.
Ook de werkpaarden met landbouwwerktuigen zijn typisch Amish. Als ik zie hoe een vader in bijzijn van 2 kinderen een 'flatgebouw' vogelhuisjes naar boven takelt, spreek ik hem aan. Deze Amish-mensen hebben de naam erg schuw te zijn maar deze man, Uria D. Bijler, praat graag met ons. Hij vertelt dat ie heel trots is deze vogels, Martens dacht ik, bij zich te hebben. Ze vangen de insecten voor hem weg, gaan ieder jaar naar Brazilië en komen vervolgens trouw bij hem terug.
Ademloos wordt hij als we van onze trip vertellen. Hij laat vooral zijn 2 zonen goed weten dat je zo nog eens wat meemaakt. Hij wil ontzettend graag een berichtje ontvangen als we weer veilig thuis zijn. Bij het uitwisselen van adressen worden we aan zijn vrouw, moeder van 11 kinderen, voorgesteld. Schitterend hoe dicht ze bij de natuur leven, wars van kunstmatige hulpmiddelen. Nee, een foto maken van ons allemaal zit er niet in. 'Mijn geloof verbiedt dat', zo simpel ligt dat. Hij toont ons zijn ID-kaartje waarop ook geen pasfoto prijkt. Het goed maar even naar Canada gaan durft hij niet want dan wordt het mogelijk lastig om de USA weer in te komen. 
Al met al een mooie ontmoeting.
In Windsor hopen we eindelijk wat koffie aan te treffen. Op het kruispunt daar staan louter krotten, rijp voor sloop die overigens nooit plaats zal vinden. Een man met een flesje bier in de hand maakt duidelijk dat het hier toch echt allemaal te doen is. Vroeger was dit het kruispunt waar 2 postkoetslijnen elkaar troffen. Vandaar de resten van een heus bouwsel, Restaurant Switching Post.
Het andere kot herbergt dus het huidige café waar het binnen aarde duister is en je allerhande ongure types verwacht. Niet helemaal waar dus, om niet te zeggen: niks van waar. We maken kennis met Bill Wagner (67). Hij gaat  helemaal uit zijn dak als ie over onze trip verneemt. Of we hem een kaartje uit Nederland willen gaan sturen, dat kan hier dan prachtig op het prikbord! Van harte beloven we dat. Het afscheid is meer dan vriendelijk en van betalen van onze consumpties komt niks in. Thanks Bill!
Eindelijk bereiken we de Western Reserveren Greenway Trail, een fietspad op een verlaten spoortracé. Heerlijk is dat, lekker uit de wind en al die glooiingen zijn ineens voorbij.
Overigens een mooie benaming die Western Reserve, het was in de ogen van vroeger 'reserve land daar in het westen' dat moest nog geclaimd worden. Het is maar hoe je het bekijkt. 
Ons eenvoudige Edge O Town Motel verwacht ons keurig, eten kun je op loopafstand en ieder half uur ergens in de buurt een trein die luid toeterend wat overwegen kruist. 
Alweer dus 2 contente fietsers die morgen aan het Erie-meer verder zien wat hier in de stad over de Unthergroundrailroad valt te zien.

zaterdag 25 mei 2013

24/5, naar Burton, 58 km.

Nog even wat toelichting op ons nachtverblijf, Stanford House, en op de omgeving in dit National Park. 
Het interieur van het hostel is gemaakt van hergebruikt hout, afkomstig van gesloopte verlaten woningen uit de grootstad Cleveland. Hoe dat zo kwam? Rond 1950 had Cleveland zo'n 1 miljoen inwoners. Door teruglopende werkgelegenheid en meer gespreid gaan wonen, zakte het inwonertal tot 300.000 en kwamen veel huizen tot verval. Vandaar het mooie sloophout dat nu hier hergebruikt is.
Hier in het natuurgebied langs de Cuyahoga River liggen ook de restanten van een kanaal: het  Ohio-Erie-kanaal, 1827-1913, 308 miles lang, met 146 sluizen. Eigenlijk een meesterwerk. Meer info op Internet, bijvoorbeeld op http://www.ohioanderiecanalway.com/Main/Pages/107.aspx
Verder nog een spoorlijntje op de andere oever voor de dagjesmens.
We zijn hier gekomen langs het schitterende jaagpad. Het laat ons een heel klein beetje zien van dit toeristisch eldorado. 
Zo, na een voorbereid ontbijt à la een jeugdherberg komt ieder tot leven. 
Het is bere koud, wel 6º, toch staat er hier een fietstocht gepland voor zo'n 50 kinders met begeleiding. Ze worden met een heuse schoolbus aangevoerd.
Ook wij gaan op pad en klimmen flink zodat we warm worden. Na 2 uur, koffie bij De Mac, best lekker. We bellen 2 B&B's op. De een is veel te duur, de ander gebruikt een antwoordapparaat. Dat schiet niet op zo, het spookbeeld van een camping doemt op. 
Daarna rijden we door stedelijk gebied, tenminste volgens onze kaart. Nou vergeet het maar. Met af en toe een huis heb je het wel gehad. Iets kopen? Echt niet! De koude wind neemt fors toe uit het noordwesten. We trekken van alles aan om wat warm te blijven, tot en met regenkleding. Al met al geen prettige omstandigheden om je een lunchboterham klaar te maken. Toch moet dat, want anders word je nog kouder.
Het visioen van een warme kamer bijt zich vast.
In Burton aangekomen, lopen we Red Maple Inn binnen waar een kunstwerk er aan herinnert dat we midden tussen de Amish bevolking verkeren. We smelten voor de aanlokkelijkheden van dit B&B  en hebben zo toch nog een plezant gevoel bij deze kille dag.